Ouderenzorg

Door vergaande bezuinigingen lijkt de ouderenzorg terrein te verliezen. Toch is de ouderenzorg nog steeds één van de voornaamste zorgsectoren binnen Nederland: om de toenemende vergrijzing op te vangen, is ouderenzorg een niet weg te denken factor binnen de Nederlandse zorgstaat. Maar wat is ouderenzorg en hoe wordt met ouderen omgegaan?

Wat is ouderenzorg?

Ouderenzorg is de zorg voor ouderen. De bekendste vorm van ouderenzorg is intramurale ouderenzorg. Dit is ouderenzorg vanuit centra waar ouderen intensief verzorgt worden. In een bejaardentehuis is een heel team aan verzorgers en verpleegkundigen aanwezig; zij zorgen voor hygiëne en regelmaat. Daarnaast zijn er vaak vrijwilligers werkzaam als koffieschenker of spelletjeskameraad. Dit laatste komt van pas tijdens één van de vele bingoavonden in het centrum.

Intramurale ouderenzorg komt voor in verschillende gradaties. Zo is er intramurale zorg voor dementerende ouderen, maar ook voor ouderen die lichamelijk niet meer in staat zijn zichzelf te verzorgen. Vaak worden deze verschillende vormen van elkaar gescheden in een bejaardentehuis. Tevens hebben de meeste zorgcentra in Nederland een bepaalde doelgroep. Zo worden bejaardentehuizen bedoelt voor mensen die niet zelfstandig kunnen wonen woon-zorgcentra genoemd, terwijl verzorgingscentra bedoelt zijn voor mensen die meer zorg behoeven.

Naast intramurale ouderenzorg bestaat ook extramurale ouderenzorg. Dit is een vorm van thuiszorg waarbij mensen worden verzorgd in hun eigen omgeving. Vaak wonen de ouderen die extramurale ouderenzorg ontvangen in aangepaste woningen voorzien van alarmering, lift, aangepaste sanitaire ruimte, handgrepen, enzovoorts. Extramurale ouderenzorg wint wegens maatregelen van de Rijksoverheid aan terrein.

Intramurale en extramurale ouderenzorg kunnen ook gecombineerd worden. Dit is het geval bij aanleunwoningen. Aanleunwoningen bevinden zich nabij een verzorgingshuis en zijn bedoelt voor (redelijk) gezonde en mobiele ouderen. Een voordeel van zo’n woning is dat de ouderen gebruik kunnen maken van de diensten van het centrum, maar wel gewoon op zichzelf kunnen blijven wonen en zo meer privacy genieten.

Ouderenzorg en overheid

De Rijksoverheid merkt terecht op dat er iets gedaan moet worden om de toenemende vergrijzing op te vangen: in 2040 zijn er naar schatting al zo’n 4,6 miljoen ouderen (65-plussers). Deze mensen worden afhankelijk van ouderenzorg. Het probleem is echter dat de ouderenzorg voor 4,6 miljoen mensen duur is; de overheid zoekt naar een goedkopere oplossing. Deze oplossing ligt gelegen in zelfstandige woonvormen: ouderen moeten zo lang mogelijk (zelfstandig) thuis blijven wonen. Voor het zelfstandige wonen zijn twee opties: de woning wordt naar de wens van de oudere aangepast of er wordt verhuisd naar een geschiktere woning. Verschillende instanties ondersteunen het zelfstandige wonen. Zo zijn er in veel dorpen en steden wijkverpleegkundigen die zelfstandige ouderen helpen met medische en persoonlijke zorg.

De overheid investeert naast de ‘reguliere’ ouderen ook in kwetsbare ouderen. Zo probeert de Rijksoverheid, middels 75 projecten met in totaal 27.000 ouderen, de zorg beter af te stemmen op kwetsbare ouderen. Hierbij wordt geïnvesteerd in mensen met dementie (in totaal €32,5 miljoen) en krijgen eenzame ouderen meer aandacht.

Huize Dahme

Een voorbeeld van een zorginstelling gericht op ouderenzorg is Huize Dahme. Dit is een particuliere, kleinschalige woonvoorziening waar ouderen in een zorgvilla worden verzorgd. Huize Dahme bevindt zich in een bosrijke omgeving nabij Lochem.